Leestijd 5 - 6 min
Een andere kijk op autisme maakte van John een meer luisterende leerkracht
John Huijbregts is leerkracht bij Focus in Haarlem én auteur van een hoofdstuk over zijn schoolpraktijk in het speciaal onderwijs van groep 7 en 8 van Focus in Haarlem, in het nieuwe boek Autisme als atypische ontwikkeling dat biopsycholoog Martine Delfos onlangs uitbracht.

John werkt sinds 2018 bij Focus, dat speciaal (basis)onderwijs biedt in integraal kindcentrum Zuid-Kennemerland in Haarlem waardoor jeugdhulp en jeugdzorg zo nodig dichtbij zijn voor kinderen. Als ouder van een kind met autisme aarzelde hij eerst voor hij solliciteerde op de baan in het speciaal onderwijs, maar na een dag meewerken ging hij – naar eigen zeggen – “het avontuur” aan.

“Ik had echt geen makkelijk eerste jaar op school”, vertelt John. Lucy, de geweldige onderwijsassistent met wie ik samenwerkte, heeft mij er echt doorheen gesleept. Ik had namelijk wel veel ervaring in het onderwijs, maar niet met het lesgeven aan kinderen met autisme. Hun basishouding was toch veelal: we willen niet en we hebben er geen zin in. Een ingang zoeken voor ontwikkeling viel me niet mee.”

Na webinars op ‘aan’

Meer ervaring, opleidingen en hulp van collega’s zorgden ervoor dat het steeds beter ging en John begon zijn draai te vinden. Toch was het pas in de zomer van 2020 na het volgen van vijf webinars van biopsycholoog, onderzoeker, docent, schrijfster en vertaalster Martine Delfos dat de knop helemáál op ‘aan’ ging. “Haar visie op autisme sprak me geweldig aan. Ik zag mijn leerlingen gewoon voor me als zij voorbeelden gaf over hoe je ook anders naar autisme kunt kijken.”

Die andere blik op autisme, is recent door Martine Delfos verwoord in een nieuw boek: Autisme als atypische ontwikkeling. Zij beschrijft de kenmerken van autisme bezien uit de regenboog aan mentale leeftijden binnen één persoon*.

Vertraagd en versneld rijpen

Simpel samengevat spreekt Delfos over de vertraagde en versnelde rijping van de hersenen. Bij jongeren met autisme zie je bijvoorbeeld vaak dat hun hersens sterk gericht zijn op het cognitieve. Daardoor rijpt de rest – bijvoorbeeld hun sociale of emotionele ontwikkeling – later. Niet alles kan immers tegelijk rijpen. Zo bezien is autisme dus veel meer een andere, atypische ontwikkeling, dan een stoornis.

Voorbeelden maken duidelijk hoe zo’n atypische ontwikkeling eruit kan zien op verschillende leeftijden en hoe je ermee om kunt gaan. In haar laatste boek besteedt Delfos vooral veel aandacht aan vier herkenbare kenmerken van autisme én aan twee kenmerken die het gevolg zijn van hoe iemand met autisme tegen de wereld oploopt en de wereld tegen die persoon. “Dat maakt het zoveel herkenbaarder”, vindt John. “Hierdoor kun je de theorie makkelijker omzetten in praktisch handelen.”

Meeschrijven over situaties in de klas

John: “Tijdens de webinars die ik bij Martine volgde, schreef ik mee. Ik werkte die aantekeningen uit en begon situaties en gebeurtenissen in mijn groep te beschrijven. Dat stuurde ik naar haar toe, vooral om te checken of ik haar goed had begrepen. Dat vond Martine heel leuk, omdat ik in niet-wetenschappelijke en heel toegankelijke taal omschreef wat zij vanuit de wetenschap wilde overbrengen.”

Na heel wat schrijverij heen en weer vroeg Martine aan John of hij zijn ervaringen wilde delen in een praktijkhoofdstuk in haar nieuwe boek. “Spannend natuurlijk”, herinnert John zich. Maar nu het boek in de boekhandel ligt, is hij er heel blij mee. “Ik heb van de samenwerking genoten en Martine was blij dat ik haar visie oppakte en in praktijk bracht en mijn ervaringen aan haar teruggaf.”

Anders aan het werk

Wat heeft die ‘nieuwe’ blik John in de klas gebracht? Natuurlijk hebben eerdere theorieën over autisme hun waarde of hun waarde gehad, maar toch hebben die er mede toe geleid dat we een ‘etiket’ zijn gaan plakken op kinderen, vindt John.

“Ik merk dat kinderen zich naar zo’n etiket gaan gedragen en zich onbegrepen voelen. Helaas zijn we toch vaak nog bezig om het kind aan te passen aan wat wij in het onderwijs willen, in plaats van het onderwijs aan te passen aan wat een kind nodig heeft.” Terwijl: kijk je niet naar kinderen met het beeld van een ‘beperking’, maar juist vanuit het idee dat zij zich anders ontwikkelen, dan ontstaat veel meer lucht en ruimte om op een gelijkwaardige manier te kijken en te luisteren naar een kind.

Meer inzicht in hun denkwereld

“Ik merk dat ik veel meer een luisterende houding heb en op een nieuwe manier naar kinderen kijk. Zij vertellen mij veel meer wat ze nodig hebben en ik heb meer inzicht gekregen in hun denkwereld. Daar heb je niet altijd een IQ-onderzoek of diagnose voor nodig.”

Of, zoals John mooi beschrijft in de aankondiging van het boek: “Ik ontmoette mijn leerlingen op een andere manier. Er ontvouwde zich een heel ander perspectief. Hun kwaliteiten en mogelijkheden kwamen op de voorgrond. Zij begonnen mij te vertellen. Ik leerde luisteren en kreeg de boeiendste antwoorden van de kinderen zelf. Een nieuwe wereld ging voor me open …”

Bijzondere momenten

Neem die ene jongen die anderhalf jaar geleden de klas nog geregeld verdrietig en boos verliet en 'op slot ging'. Met name bij rekenen kon hij uitleg niet accepteren en blokkeerde steeds.
“Logisch”, zegt John nu. “Voor iemand die gericht is op het cognitieve, kan iets nieuws aanvangen heel bedreigend zijn. Iets niet weten, betekent dat je even geen controle hebt. Dat levert leerangst op: de angst om het niet te weten. Deze jongen had zelf al veel uitgedacht en als je daar als leerkracht aan voorbijgaat, voelt hij zich niet gerespecteerd. Vanuit de zelfbepaaldheid die een kind met autisme eigen is, maakt dat het leren moeilijk.”

John zette zijn “eigen wil om te onderwijzen” opzij en ging het gesprek aan. Eerst voorzichtig en mondjesmaat. “Deze jongen verwachtte geen luisterende houding meer. In het onderwijs zijn we immers zo gewend aan instructie geven en veel minder aan luisteren. Geleidelijk aan ontdooide hij en begon mij te vertellen hoe hij dat deed, bij rekenen. Daar kon ik, in kleine stapjes, op aansluiten. Zo ging hij uiteindelijk weer op ‘aan’ en is weer gaan leren.”

Aanpak zou normaal moeten zijn

En nu? “Ruim een jaar later is hij niet meer te stuiten. Hij vraagt me van alles, wil leren en heeft ambitie gekregen. Maar hij is ook opener en socialer geworden. Hij gaat nu met sprongen vooruit. Dat merken collega’s en zijn ouders ook.”

Zo’n ervaring geeft natuurlijk veel voldoening. “Toch is de aanpak van Martine Delfos niet eens zo bijzonder”, merkt John. “Die zou normaal moeten worden in ons onderwijs.”

John deelt het gedachtengoed en de ervaringen met het werken met kinderen met autisme op zijn website www.autismeverhaal.nl. Het is zijn wens om zoveel mogelijk kinderen met autisme in het regulier onderwijs te houden en onnodige beschadiging te voorkomen. Met Martine Delfos werkt John samen in haar zogenoemde ‘Verspreidersgroep’.

*Delfos werkt de theorie van het Socioschema met de MAS1P (Mental Age Spectrum within 1 Person) uit in haar boek.
auteur Anne-Marie Veldkamp
fotografie Jeroen Jazet